Familie – een gedwongen verhouding

Als we alle kerstfilms mogen geloven, de Amerikaanse mythes en idealen, waar we veelvuldig mee worden overspoeld, dan zou familie een onlosmakelijke band moeten zijn. Mensen die onvoorwaardelijk van je houden en er voor je zijn als je ze nodig hebt.

“De familie als hoeksteen van de samenleving” is een wat meer Nederlandse uitdrukking. Maar wat wordt daar nu eigenlijk mee bedoeld?

Maar weinig mensen weten waar de uitdrukking ‘het gezin is de hoeksteen van de samenleving’ vandaan komt. In de 14de en 15de eeuw werd het gezin in gebieden met een razendsnelle verstedelijking gepromoot als cement van de nieuwe maatschappij. Als model daarvoor diende de Heilige Familie: de vrome Jozef, moeder Maria en het gezellige jongetje Jezus. Hun deugdzame en liefderijke omgang met elkaar diende als voorbeeld voor een nieuwe, burgerlijke moraal. Hand in hand hiermee werden volksprenten gemaakt over bij uitstek onheilige gezinnen. Deze dienden als waarschuwing. Ordinaire, chaotische, egocentrische, overspelige, agressieve of veel te sukkelige huwelijkspartners krijgen kinderen die voor het leven het rechte spoor bijster zijn.


Vanuit de vertrouwelijke gesprekken in mijn praktijk weet ik dat veel mensen worstelen met hetzelfde concept. Het ideaaltypisch denken rond het thema familie maakt dat we er eigenlijk niets negatiefs over mogen zeggen, denken of voelen. Er schuldgevoel ontstaat en zelftwijfel als we dat wel doen. Er zijn velen die worstelen met hun vader, moeder, broer of zus. Die moed moeten verzamelen om weer naar het zoveelste familie diner of feestje te moeten. Die meerdere keren tot 10 moeten tellen en zichzelf voor moeten houden dat er na het verplichte familie samenzijn weer de ruimte ontstaat om gewoon jezelf te zijn. Die op eieren lopen, op hun tenen lopen of op hun tong bijten in de familie omgang. Met name rond de feestmaanden wordt er een toename in stress ervaren omdat er weer aan een verplichting moet worden voldaan, weer een toneelstukje moeten worden gaan opgevoerd.

En dat allemaal om tegemoet te komen aan dat ideaalbeeld van familie, om het heilige huisje dat familie heet niet te verstoren. Niemand wil de uitzondering zijn, niemand het mikpunt van de agressie die vrijkomt als je dit benoemt of probeert je er aan te onttrekken.
En misschien ontstaat er juist zoveel agressie rond dit onderwerp omdat iedereen zich hier eigenlijk wel aan wil onttrekken…. of misschien de angst heeft dat zijn of haar familie zich aan hem of haar onttrekt. Daarom lopen we op onze tenen en bijten we op onze tong; allemaal om aan het ideaalbeeld naar buiten te voldoen.

We worden dus steeds slimmer in het ontwijken van het onderwerp of het ontwijken van de situatie. We gaan ook met zijn allen steeds vaker op vakantie met Pasen en Kerst met ons eigen gezin (met of zonder kinderen) om de familiestress te ontlopen. Met de drukke agenda’s van nu kunnen we ook studie, werk of andere niet te ontkomen verplichtingen aanvoeren om ons vrij te kunnen kletsen van de ideale familie samenkomsten. En toch blijven we met z’n allen vasthouden aan het ideaalconcept “familie” en beoordelen en veroordelen we anderen die niet aan het ideaalplaatje voldoen.

Zo zetten we dit ideaalbeeld ook door naar onze eigen gezinnen. Onze partner en onze kinderen. Ons eigen gezin wordt dan ons ideaal. Vele huwelijken eindigen echter in een scheiding en laat de kinderen buiten het ideaalbeeld vallen. Omgangsregelingen, nieuwe partners, kinderen van de nieuwe partner, nieuwe woonsituatie, nieuwe woonomgeving, nieuwe regels en omstandigheden. En dat niet bij één ouder, maar vaak bij beide ouders.

Waarom blijven we dan vasthouden aan het ideaalbeeld van familie en gezin?

Ik begrijp de verwarring bij velen. Nog extra omdat in vele gevallen geen rust komt na de scheiding. De druk van de buitenwereld dat je aan het ideaalbeeld moet voldoen, leidt tot de vraag van velen: “Wat is familie dan?” Juist een terechte vraag na een scheiding. Grootouders, schoonouders, zwagers en schoonzussen, neven en nichten die niet meer op bezoek komen of je uitnodigen. Die je dwingen tot het ideaalbeeld van die familie en je aanspreken en behandelen op een wijze waarbij je per definitie in de verdediging wordt geduwd. Of families die nooit meer iets van zich laten horen. Natuurlijk leidt dat tot een verward zelfbeeld. Als mensen je alleen kunnen benaderen vanuit dat heilige huisje van familie en geen openheid bieden tot een ander perspectief dan ga je je vanzelf de uitzondering voelen. Degene die niet meeloopt in de pas.

Er zijn een heleboel redenen te verzinnen waarom kinderen geen contact wensen met hun ouder of ouders, met hun familie, buiten dat ideaaltypisch denken: mishandeling en geweld, misbruik, verraad, een kind benadelen t.a.v. andere kinderen, verslaving, aanhoudend conflict tussen ouders na scheiding. Dan is het sociaal acceptabel dat een kind (of een ouder) kiest voor een stille weg van vermijding en uitdoving van contact als enig haalbare manier om met elkaar om te gaan omwille van de eigen gemoedsrust en leefbaarheid.

Ook misverstanden, een ander perspectief hebben op gebeurtenissen, andere keuzes maken in het leven, verschillende gevoeligheid aan een incident, een indruk van er niet bij horen of van te veel bemoeizorg, een nieuwe partner die niet ‘klikt’ met de familie, een andere levensbeschouwing hebben en er zijn vast nog meer redenen te bedenken die buiten het ideaaltypisch denken vallen.

Als jij iemand bent die in een familie leeft waar onvoorwaardelijke liefde en acceptatie altijd aanwezig is, proficiat! Je hebt aan het ideaalbeeld voldaan. Maar misschien wil je juist daarom open naar anderen kijken, open naar anderen luisteren en je liefde en acceptatie zonder de aangeleerde kaders toepassen op de mensen die je ontmoet. Stel open vragen, zoals: “Hoe is het met je?” “Ben je gelukkig?” “Ben je tevreden?” “Kan ik je ergens mee helpen?”

Te veel mensen blijven oordelen en veroordelen vanuit aangeleerde ideaaltypen, zijn niet open-minded en zeker niet open-hearted. Denk dan eens na of jij wel eerlijk bent naar jezelf? Ben je er zeker van dat je je benadering naar een ander baseert op oprechte belangstelling? Of doe je dat meer vanuit je eigen angsten? Zoals de angst het contact met je kinderen te verliezen? Of angst voor de veroordeling van anderen als je geen contact meer hebt met familie? Blijf je op je tenen lopen? Blijf je op je tong bijten? Blijf je liegen tegen jezelf?

Als er geen openheid kan zijn in gesprek naar elkaar, als je de ander de ruimte niet kunt geven, dan is er geen sprake van oprechte belangstelling, dan ben je gevallen voor het dogma “het gezin als hoeksteen van de samenleving”.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven